Doel en werkwijze

Alle artistieke keuzes in de Volksopera komen neer op een dichotomie: deels gaat het puur om de hoogste kwaliteit, deels om een gevoel van herkenbaarheid, de representatie van ‘volks’ (of ‘niet volks’). Resulterend in goodwill. Die gevoelige balans wordt in het hele verdere (artistieke) proces zorgvuldig bewaakt.

Wat is een Volksopera, welk doel wordt ermee nagestreefd?

Opzet

Een Volksopera is pure community art: zowel buurtverbindend en sociale cohesie-bevorderend als een onderscheidend kunst- & cultuurproject. Het is een klassieke opera van ongeveer 90 minuten, die door bewoners van volkswijken, probleem- en/of achterstandswijken gezongen gaat worden (of door bewoners die hun roots hebben liggen in deze wijken). De opera is samengesteld uit ongeveer 22 beroemde aria’s, duetten, orkeststukken en koorzangen uit verschillende bestáánde opera’s: muziekwerken veelal die iedere inwoner zou moeten kunnen kennen, al dan niet van reclames of voetbalstadionmeezingers. Denk aan ‘Slavenkoor’ en ‘Duet uit de Parelvissers’. Er wordt gezongen in het Nederlands. De liederen zijn vertaald naar een eigen libretto, een speciaal voor de wijken geschreven operaverhaal over weemoed, verlangen, hartstochtelijke liefde en wrede dood, waarin actuele thema’s in de wijken maar zeker ook de historie voorbijkomen. De vaak onervaren zangers worden gedurende 6 maanden begeleid door professionals. Dit geldt voor de zangcoach die ‘opera’ van hun stemmen proberen te maken, maar ook voor koordirigent, repetitors, regisseurs en tekstschrijvers. Deze repetitieperiode is het hart van iedere Volksopera, het buurtverbindend proces vindt hier plaats. Er wordt d.m.v. audities gezocht naar 10-15 bewoners die een solo-aria of duet, terzet of kwartet zullen zingen, en naar bewoners die samen het grote wijkkoor, het Volksoperakoor gaan vormen, eventueel met als basis reeds bestaande wijkkoren. Muzikale begeleiding bij de uitvoeringen van de Volksopera ligt in handen van een ervaren dirigent en een klassiek orkest, vaak bestaande uit 20-25 jonge, professionele, recent afgestudeerde Conservatorium-musici.
Deze uitvoeringen vinden plaats in de openlucht, middenin de wijk, met de contouren van de huizen als decor, meestal een combinatie van avondvoorstellingen en matinees verspreid over 2-3 dagen. Deze centrale uitvoeringslokatie wordt zoveel mogelijk samen met in de wijken bestaande bewonersinitiatieven en bv de winkeliersvereniging voor even omgetoverd tot een intiem ‘Italiaans Operaplein’. Er is een professioneel licht- en geluidplan. De houten zittribunes hebben capaciteit voor 1000 tot 1500 personen. Naast het podium (waarop het grote Volksoperakoor van buurtbewoners en het orkest) verrijst standaard een groot videoscherm waarop gedurende de uitvoeringen historische filmbeelden en foto’s van de wijken toen en nu te zien zullen zijn vermengd met close-ups van de zingende solisten, speciaal gemonteerd op de operaliederen.

Volkswijk en opera

Kernpunt in het plan voor de Volksopera is de versmelting van volkswijk en opera, ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur, het samen optrekken van amateurs (onervaren bewoners uit de wijken, ongeschoolde zangstemmen) met professionals. Bewoners die mee willen doen kúnnen ook echt meedoen én ze worden ook professioneel begeleid in het traject dat leidt tot de uitvoering. Daarnaast wordt ieder project ondersteund worden door vrijwilligers uit de wijken: huismoeders, jongeren, rappers, basisschoolkinderen, kledingnaaisters, timmermannen, decorbouwers, koffieschenkers, figuranten, opbouwers en afbrekers etc.

Opera is erg geschikt om te proberen de verschillende bewonersgroepen in de wijken te verbinden omdat opera afwijkt van wat bekend is. Omdat opera in een volkswijk anno nu per definitie niet geliefd is. Wie opera zingt oogst eerst hoongelach, maar na drie minuten volgt er bewondering. Omdat opera appelleert aan ‘oude genen’. Het is dramatisch aangezet levenslied. Zeker in de periode voor de WO II was opera heel erg populair in Nederlandse volkswijken. De Volksopera biedt de huidige bewoners van de wijken, de nieuwe lichting en de oude bewoners en hun nazaten, de kans om kennis te maken met opera, en de mogelijkheid om op persoonlijk niveau grenzen over te gaan. Primair doel blijft om mensen te verbinden, dichter bij elkaar te brengen in deze wijken. Alle doelgroepen. Oude traditionele bewoners, sociaal geïsoleerden, studenten, nieuwe zzp’ers, yuppen, maar ook de allochtone bewoners. En zingen verbroedert tenslotte.

Samenwerking

De Volksopera wil ook een reden zijn voor bewoners die nu ergens anders wonen om terug te keren naar hun wijk. Als het niet als zanger is, dan toch als publiek op de tribune. De Volksopera wil tenslotte ook verbindend zijn voor alle reeds bestaande ‘actoren’ in de wijk. Met iedereen wordt actief contact gezocht, elk reeds bestaand buurt- of bewonersinitiatief wordt benaderd, elke instelling wordt gevraagd om samenwerking of om mee te denken. Het besef moet groeien dat de Volksopera alleen een succes kan worden als het breed gesteund wordt door de wijken zelf. En niet omdat het goed klinkt maar uit diepgevoelde noodzaak. Wat daarbij helpt is dat de Volksopera geen ruime professionele organisatie is met een eigen basis, geen ‘ego’ heeft in die zin, maar als enige doel heeft ieder afzonderlijk project samen met zoveel mogelijk mensen te laten slagen

Werkwijze en artistieke keuzes

De stichting Volksopera Nederland kent een ervaren driekoppig bestuur dat functioneert op afstand. De dagelijkse leiding is in handen van een algemeen coördinator die per organisatiefase rekenschap aflegt aan het bestuur. Per volksopera-productie zoekt de algemeen coördinator samenwerking met tekstschrijver-regisseur, orkestdirigent, zangcoach, orkestsamensteller, videomaker, technisch producent, inhoudelijk producent, koordirigent, partiturenleverancier, kledingarrangeur, grimeteam etc.

Omdat vanuit subsidiegevers soms gevraagd wordt wat de werkwijze is bij de totstandkoming van een Volksopera-project, welke artistieke keuzes er gedurende het proces gemaakt worden hier een poging tot duiding, gefocust op projecten in Amsterdam-Noord, maar ook geldend voor andere steden

Goodwill

Doordat initiator/organisator René van ’t Erve al sinds 2005 in Amsterdam-Noord woont (de wijk Floradorp), en mede-organisator Paul Vonk al veel langer (De Banne), én doordat er al 4 eerdere Volksopera’s in Noord uitgevoerd zijn is er een stevig netwerk opgebouwd van oude en nieuwe Noorderlingen in de wijken. Er is op die manier veel goodwill verkregen. Noorderlingen hebben zelf meegedaan aan een Volksopera, weten dat je niet voor paal staat, dat het leuk en stoer is om erbij te horen en dat je de mensen met wie je ruim een half jaar optrok nog jarenlang blijft groeten op straat. Of ze hebben als toeschouwer voorgaande uitvoeringen bezocht, toen om zich heen gekeken op de tribunes en daar een mix gezien van oud en nieuw in een opvallende, haast ouderwets aandoende vriendelijke sfeer die in ieder geval ‘eigen’ was, Noords aandeed. De overtuiging bestaat bij de organisatie dat dit een van de pijlers van het (relatieve) succes van de Volksopera is: dat het oud en nieuw Noord samenbrengt, grofweg gezegd ‘volks en niet-volks’, dat het desondanks voelt als ‘iets eigens’ van Noord, dat het die rare goodwill oproept, dat grenzen voor even vervagen. En de schoonheid van de operamuziek, de herkenning van het libretto en ontroering (of soms afschuw) bij de zangstemmen doet de rest.

Research

Dat is het reeds bestaande vertrekpunt, dus ook voor een nieuw project met opera voor bewoners van een volkswijk. Alle artistieke keuzes in de Volksopera komen neer op een dichotomie: deels gaat het puur om de hoogste kwaliteit, deels om een gevoel van herkenbaarheid, de representatie van ‘volks’ (of ‘niet volks’). Resulterend in goodwill. Die gevoelige balans wordt in het hele verdere (artistieke) proces zorgvuldig bewaakt. Alles begint bij de research naar de wijken in de voorbereidende maanden. Met alle in de wijken aanwezige instellingen en bewonersinitiatieven wordt actief contact gezocht. Deze worden bezocht, gekeken wordt waar samenwerking mogelijk is. Deels gebeurt dit om de historie van de wijken te vangen en de thema’s die leven in het heden, als munitie voor het libretto; deels om iedereen het gevoel te geven betrokken te worden, deels om op belangrijke, soms actieve buurtbewoners gewezen te worden, de sleutelfiguren van de wijk. Ook met deze sleutelfiguren wordt contact opgenomen, vaak door persoonlijk bezoek. Deels om verhalen, munitie op te doen voor het libretto, deels om goodwill te verkrijgen en ‘het nieuws’ te verspreiden. Bewoners met bijzondere talenten worden doorgenomen, want voor iedereen is plek straks. Natuurlijk wordt ook altijd gevraagd naar wijkbewoners met liefde voor muziek en zang. Omdat opera dan wel niet vaak geliefd is, maar als er liefde voor muziek is, bv voor het levenslied, dan is de eerste stap naar opera al gezet. Actieve, persoonlijke research dus in deze beginfase, omdat een groot deel van de wijkbewoners niet zal reageren op een flyer in de bus die vraagt mee te doen aan een opera.

Audities

Daarna volgen op de eerste publiciteit de eerste aanmeldingen om mee te zingen in het Volksoperakoor of voor een solo-rol. Iedereen krijgt persoonlijk antwoord. Deze mensen zijn ‘het kapitaal van de opera’. Het is een mix van oude en nieuwe bewoners, met zangtalent of niet, of een beetje. Hetzelfde geldt voor de aanmeldingen die volgen op de publiciteit in de aanloop naar de audities. Iedereen krijgt persoonlijk antwoord. Sommige aanmeldingen worden persoonlijk bezocht. Wederom goodwill kwekend. Dat zijn bv oude traditionele bewoners, of bewoners die voor hun wijk staan, uithangbord zijn voor hun wijk (dat kunnen ook nieuwe bewoners zijn). Of mensen met veel zangtalent. Of hele markante wijkbewoners. Belangrijk is dat de ‘geur van de wijken’ uit de verschillende aanmeldingen spreekt. Aan deelnemers die wel wat voelen voor een solo wordt verzocht twee nummers in te studeren. Dit wordt met iedereen persoonlijk overlegd. Eén nummer naar eigen wens, klassiek of levenslied, pop, jazz, volksmuziek in de eigen taal: alles mag. Het tweede lied is een bekend operalied in de eigen stemsoort. Mensen krijgen de muziek en originele tekst opgestuurd of aan huis gebracht op cd. Mensen die puur alleen in het koor mee willen zingen hoeven maar één lied te zingen. De keuze voor de auditie-lokatie is ook belangrijk: vaak volks, Oud-Noords, laagdrempelig, middenin de wijk. Bij de audities zelf is het voor het eerst dat het professionele artistieke driemansschap ‘orkestdirigent-zangcoach- regisseur/ tekstschrijver’ de deelnemers zien en horen. Zij vormen dan ook de jury, aangevuld met pianist en koordirigent. Op deze audities -die twee dagen beslaan- trekt aan de jury dus een bont gezelschap wijkbewoners voorbij: goede zangstemmen, minder goede, ervaren zangers, onervaren zangers, mensen die niet wisten dat ze geweldig konden zingen, mensen die minder geweldig zingen dan ze dachten, markante bewoners die voor hun wijk staan, nieuwe bewoners die iets voor hun wijk willen betekenen, oud en jong, man en vrouw, volks en niet-volks -en soms komen mensen ook spontaan binnenvallen.

Rolverdeling

In de maand hierna wordt op basis van de beschikbare zangstemmen het libretto vervolmaakt, de liedkeuze bepaald, solo-rollen verdeeld en de indeling voor het koor gemaakt. Bij de liedkeuze gaat het deels om voor iedereen bekende operaliederen, vaak herkend van tv-reclame of voetbalstadionmeezinger. Als dat aandeel gegarandeerd is komt er ruimte voor onbekendere aria’s, duetten en koorzangen. Die liften dan als het ware mee in het gevoel van herkenning. Bij de verdeling van de solo-rollen gaat het dus weer deels om de beste zangstemmen, deels om achtergrond, verankering in de wijk en verschijning van de deelnemers. Het is dus telkens een bewuste mengeling van eigenschappen. Zodat de schoonheid van de zang gewaarborgd is, maar ook de herkenbaarheid van en voor de wijken -ook later vanaf de tribunes bezien. Resulterend in goodwill. Dit mechanisme gaat alle maanden die volgen door. Als er te weinig echt goede zangstemmen gevonden zijn, wordt er actief naar gezocht in de wijken. Als er te weinig mannenstemmen in het koor zijn volgen er speciale oproepen in persberichten. Alles en iedereen wordt ingeschakeld, desnoods uit de rest van Noord. Wanneer de afspiegeling van de wijken verbetering behoeft dan wordt daar ook werk van gemaakt, bv door rollen te verzinnen voor basisschoolkinderen, jongeren, winkeliers of bv allochtonen. Alle mogelijke samenwerkingen zullen worden aangegaan. Voor iedereen wordt een plaats ingeruimd, alle aanwezige talenten zijn welkom, net zolang tot de verhoudingen kloppen. En wie niet wil zingen kan altijd nog meedoen als figurant. Of als verteller van de opera, weer zo’n mogelijkheid om een markante (vaak volkse) bewoner in de spotlights te zetten.

Koor- en solistenrepetities

Tijdens de koorrepetities -ook weer op een locatie in de wijk die zorgvuldig bepaald is- groeit de opera het meest zichtbaar voor iedereen. Hier ligt het hart van het hele buurt- en operaproces. De tekstschrijver zorgt om de week voor nieuwe koorliederen, het operaverhaal wordt steeds duidelijker voor iedereen, er groeit onder leiding van koordirigent en pianist langzaam een eenheid. Buurtbewoners komen kijken. De solisten oefenen een-op-een bij de zangcoach in haar zangstudio. In bewuste afzondering worden zij hier in korte tijd begeleid in zoveel repetities als nodig zijn, vaak 6 tot 8, om ze zeker en overtuigd van zichzelf te maken. Als ze eraan toe zijn brengen ook zijn hun lied voor het eerst ten gehore voor het koor. De eenheid groeit door, de goodwill ook. Zangcoach en orkestdirigent zijn nu ook bij de koorrepetities aanwezig om de juiste accenten te zetten: het wordt serieus. Vanaf twee maanden voor de uitvoeringen, wanneer de repetities met regie beginnen, komt ook de professionele filmmaker in beeld die solisten en koor in de wijk filmt, in de uitbeelding van hun lied, bedoeld voor het grote videoscherm naast het podium. Ook een belangrijk instrument voor de Volksopera: het vergroot de herkenbaarheid weer en zeker ook de emotie tijdens de uitvoeringen van de liederen. Op de repetities met klassiek orkest en dirigent, een week voor de uitvoeringen (ook weer op een locatie in de wijk), klinken de liederen tenslotte voor het eerst helemaal aangekleed en vloeien solo’s, koorzang en regie samen.

Alles in balans

Kortom: over iedere stap in het proces wordt nagedacht volgens de artistieke dichotomie eigen aan de Volksopera: deels kwaliteit, deels herkenbaarheid voor de wijkbewoners. Goodwill op recept. Dit geldt voor iedere keuze: ook bij die voor de wijken, voor de uitvoeringslokatie (middenin de wijk), voor de entreeprijzen, voor de aankleding en eenvoudige kostumering, voor de prijs van consumpties, voor de persuitingen, voor de keuze om in principe geen deelnemersbijdragen te vragen, voor korting met de Stadspas. Goodwill. Dat gaat tenslotte zelfs door tot in de keuze voor het voorprogramma rond de uitvoeringen: mensen krijgen anderhalf uur klassieke muziek dus in het voorprogramma staat linedance uit Noord, een fanfare, de Zwarte Hazes (een volkszanger) of de accordeonvereniging. Alles in balans.

Logo Stichting Volksopera Nederland

Door de site te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten